Donderdag 12 januari is de voorman Charles Dallara van de bankenclub Insitute
of International Finance (IIF) op bezoek in Athene. Hij is daar om namens
internationale banken met Griekenland te onderhandelen over het
kwijtschelden van de helft van de schuld die bij banken, verzekeraars en
pensioenfondsen uitstaat.

De tijd dringt om tot een overeenkomst te komen. Op 20 maart loopt namelijk
14,5 miljard euro aan Griekse staatsschuld af en geld om deze schuld af te
lossen is er niet. Komen de Grieken en het IIF er niet snel uit, dan lijkt
een wanordelijk faillissement van Griekenland onafwendbaar.

Afgelopen maandag benadrukten de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de
Franse president Nicolas Sarkozy nog maar eens dat de banken over de brug
moeten komen. Zonder een vrijwillige afschrijving van de Griekse schuld die
in handen is van banken, gaan zij geen geld meer in Griekenland steken.

Wanneer Europa niet over de brug komt met extra centen voor de Grieken, zal
ook het Internationaal Monetair Fonds de portemonnee niet trekken. Wanneer
de stroom van geld richting Athene stopt, leidt dit onherroepelijk tot een
faillissement van het land met alle gevolgen van dien. De Grieken zelf
sluiten in dat geval niet uit dat ze de euro moeten verlaten.

Afspraken
Waarom hamert Merkozy zo op die vrijwillige afschrijving? In feite houdt men
Griekenland en de banken gewoon aan reeds gedane toezeggingen.

Onderdeel van het tweede Europese noodpakket voor de Grieken ter grootte van
130 miljard euro, dat in oktober 2011 werd beklonken, was de zogenaamde
Private Sector Involvement (PSI). Het komt erop neer dat de financiële
instellingen met zijn allen de helft van de schuld die Griekenland bij hen
uit heeft staan, zouden moeten kwijtschelden.

Al maanden onderhandelen de Grieken met het IIF over een obligatieruil. Oude
obligaties moeten worden omgeruild voor nieuw, minder waardevol
schuldpapier. Op die manier moet zo minstens de helft van het uitstaande
bedrag worden kwijtgescholden.

Maar de banken willen in ruil wel allerlei extraatjes. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan een aantrekkelijke rente over de nieuwe leningen en extra
bescherming tegen een mogelijke wanbetaling. Dallara speelt hier een slim
spelletje dat hij alleen maar kan winnen.

In lijn met internationale boekhoudregels hebben vrijwel alle financiële
instellingen hun Griekse staatspapier al flink afgewaardeerd. Ze hebben de
verliezen in feite dus al genomen. Als Dallara zorgt dat de banken meer geld
voor hun Grieks staatspapier krijgen dan waarvoor het in de boeken staat,
betekent dat pure winst.

Gokken op redding
In totaal gaat het om ongeveer 200 miljard euro. Hiervan is volgens de
laatste schattingen van zakenbank JP Morgan, zo'n 120 miljard in handen van
een paar grote banken, verzekeraars en pensioenfondsen.

Bijkomend venijn zit hem in de resterende 80 miljard die in handen is van
andere vermogensbeheerders zoals hedgefondsen die veel Grieks staatspapier
overnamen van de Europese banken. Deze laatste groep is veel minder gevoelig
voor politieke druk en niet per se gebaat bij een vrijwillige afschrijving.

Hedgefondsen gokken erop dat Griekenland niet failliet gaat en wel weer gered
wordt. Waarom zou je dan accepteren dat de Grieken hun geleende geld niet
terugbetalen? Hoe eerder je Griekse staatsobligaties afloopt, hoe minder
aantrekkelijk het vrijwillige afschrijven wordt. Jurist Gulati publiceerde
vorige week een interessant artikel
over dit probleem.

Geluk bij een ongeluk
Ironisch genoeg is er nog wel iets dat zelfs de meest venijnige aasgier kan
bewegen tot een vrijwillige ruil van zijn Griekse staatspapier. Dat is
namelijk een mogelijke tweede, nog hardere sanering van de Griekse schuld in
de nabije toekomst.

Wanneer partijen die nu akkoord gaan met het wegstrepen van de helft van het
uitstaande bedrag gespaard worden bij een tweede ronde, zou het
aantrekkelijk kunnen zijn om nu mee te doen.

De Grieken kunnen nu zeggen dat iedereen die meedoet, bij een eventuele
volgende ronde ontzien wordt. Een geluk bij een ongeluk is dat het zeer
twijfelachtig is of een afschrijiving van 50 procent op de Griekse
staatsschuld wel zoden aan de dijk zet. Dat er een tweede ronde van
kwijtschelden moet komen is dus niet ondenkbaar.

Twee voor twaalf
Hoopvol liet eurocommissaris Rehn deze week weten dat hij binnen enkele weken
witte rook verwacht. Dat moet ook wel als je bedenkt dat nadat er een
overeenkomst wordt gesloten met het IIF, het uitwerken van de technische
details en het daadwerkelijk uitvoeren van de ruil nog weken duurt. Experts
stelden in het Financieele
Dagblad
dat er nog hooguit drie tot vier weken zijn om tot een akkoord
te komen.

Het IIF en zijn achterban hebben de tijd voorlopig aan hun zijde. Op 29
januari is de volgende eurotop en zullen de Europese regeringsleiders de
problemen in Griekenland weer bespreken. Tegen die tijd weten we
waarschijnlijk wel hoe diep de Grieken door de knieën gaan voor de
bankenlobby.

Het is te hopen dat de Grieken een redelijke deal weten te sluiten. Bij een
Grieks faillissement kunnen de problemen die banken over zich heen krijgen,
immers weer op het bordje van belastingbetalers terecht komen.

Lees ook:

Merkel zet Grieken verder onder druk

Economen geven Wellink gelijk: Griekse verliezen zijn
onafwendbaar

'Aasgierfondsen steenrijk bij Griekse wanbetaling'

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl